Gea duikt in de sportfotografie

Landschap, bloemetjes, stillevens; echt heel mooi om te fotograferen hoor, maar ik heb er meestal de rust niet voor. Geef mijn maar wat actie om vast te leggen. Datzelfde geldt ook voor het fotograferen van dieren. Een luiaard is leuk en daar zou ik best een paar prachtige foto’s van willen maken. Maar een hond die achter een frisbee aanrent, dat vind ik veel leuker.

Leer de sport kennen

Mijn liefde voor de sportfotografie is begonnen toen mijn dochter aan wedstrijdzwemmen deed. Ik heb veel langs de kant van het zwembad gestaan. En maar proberen om dé foto te maken. Maar wat was dat lastig! Je hebt er veelal slecht licht. Of geen ruimte om daar te gaan staan waar je het beste zicht hebt. Of je staat de jury in de weg.

Maar wanneer je de sport beter leert kennen, weet je ook waar je wanneer moet zijn. Je kiest je plekjes afhankelijk van welk onderdeel er wordt gezwommen. Bij de ene slag wil je de duik, bij de andere slag de ademhaling. En dat geldt voor iedere sport. Ik mocht een tijdje mee met hockey- en paardrijdwedstrijden en ik kende beide sporten niet. Waar let je dan op? Wanneer sta je goed voor het licht en wanneer voor de actie? En heb je dan ook zicht op de emotie die de sport met zich meebrengt? Wat is de beste plek voor al deze drie punten samen? Is je achtergrond dan ook nog mooi? Je moet op heel veel dingen letten. Dat is de uitdaging en ik kan er nog zoveel in leren!

Sportstand op de camera

Veel compactcamera’s hebben een sportstand. Met een sportstand ‘bevriest’ het beeld. De camera zorgt er op dat moment voor dat er zoveel mogelijk licht binnenkomt, zodat de sluiter zo snel mogelijk weer dicht kan. Voor een camera die je handmatig instelt kies je een hele korte sluitertijd (S). Bijvoorbeeld 1/1000 van een seconde. En een relatief hoge ISO. Uiteraard afhankelijk van de weersomstandigheden en de locatie waar je bent.

Bevriezen of beweging

Wil je meer uit je sportfoto halen door bijvoorbeeld de bal nog vliegend te laten lijken, dan moet je wat gaan spelen met de instellingen. Je kunt dan bijvoorbeeld de sluitertijd wat langzamer zetten. Maar ook weer niet te langzaam, want dan is het moment voorbij en heb je een bewogen foto. Ook kun je met je camera meebewegen met de actie; dat heet pannen.

Nog een paar aanvullende tips:

  • Gebruik bij sportfotografie een (snelle) telelens. Bij voorkeur met zoom. Uiteraard is het afhankelijk van de sport, maar een bereik van ergens tussen de 200 en 400 mm is fijn. Zo kun je de actie vastleggen ook als die aan de andere kant van het veld is.
  • Gebruik de burstmode. Je maakt dan wel veel foto’s, maar hebt ook meer kans dat je hét moment hebt. Let er wel op dat je camera en het geheugenkaartje meerdere beelden per seconde kunnen verwerken en opslaan.
  • Gebruik de continue-AutoFocus stand; je camera stelt dan steeds opnieuw scherp.
  • En tenslotte: leer de sport kennen zodat je weet waar je de actie kunt verwachten.

Mijn foto’s

Hondenfrisbee: Bij deze foto was de timing oké en de emotie goed. De achtergrond had ik liever anders gehad.

Wielrennen: De renner is scherp en de achtergrond vaag door het pannen. Hierdoor zie je de beweging beter dan bij een ‘bevroren beeld’.

Surfen: Ik stond op het goede moment op de juiste plek. Actie, emotie, licht: ik vind ‘m geslaagd.

Zwemmen: de emotie zie je niet, de sport wel. De kleur en het lage standpunt maken de foto interessant.

Wakeboarden: de timing is oké; de positie en achtergrond niet.

Deel dit artikel

Full 2
Culinaire routes
De leukste restaurants, de meest verfijnde smaken, de eerlijkste gerechten.
Full 2
Full 2
Fiets, wandel- en vaarroutes
Kom lekker in beweging en loop of fiets een mooie route!
Full 2
Full 2
Er op uit
Nederland is veelzijdiger dan je denkt. Laat het dagelijkse leven even achter je en geniet!
Full 2
Full 2
Schrijf mee
Vertel jij graag mooie verhalen? Schrijf dan mee met de redactie van 50+
Full 2
previous arrow
next arrow
Scroll naar boven
Scroll naar top